Monnikskap (Aconitum)
De monnikskap is een bosbewoner die over het hele noordelijk halfrond in de gematigde streken voorkomt. Van de driehonderd soorten Aconitum komen de meest soorten (ruim 200) in China voor maar ook in Europa zijn ze in de (berg)bossen te vinden.
In onze tuinen worden verschillende soorten monnikskap gebruikt die verschillend van bloemkleur en hoogte kunnen zijn maar een paar dingen hebben ze allemaal gemeen. Om te beginnen is een monnikskap een giftige plant maar ze zien er gelukkig ook niet echt eetbaar uit. Verder zijn het allemaal bosplanten die bij voorkeur op een licht beschaduwde plaats staan en graag een voedzame en vochtige grond hebben.
De bloemen verschijnen aan het einde van de zomer aan de plant in pluimen. Deze pluimen zijn bij de ene soort wat korter als bij de andere maar ze staan altijd opvallend boven de planten. Het bovenste deel van de bloem ziet eruit als een helm of kap en daar heeft de bloem dan ook zijn Nederlandse naam aan te danken. De bloei van de monnikskap duurt tot aan de herfst, totdat de eerst koude dagen beginnen. Dat kan dus tot ver ik oktober zijn. De bloemen zullen in die tijd veel bezocht worden door bijen en hommels, deze zijn namelijk gek op deze. Bloemen. Tevens zijn monnikskappen ook goede snijbloemen, door hun stevige, lange stelen doen ze het erg goed in een gemengd boekt bijvoorbeeld.
Als bosplant die van nature aan de bosrand of op open stukken in het bos groeit staat de monnikskap niet graag in de volle zon, een plekje in de halfschaduw bevalt deze planten beter. De grond moet bij voorkeur, net als bij bosgrond, voedzaam en vochtig zijn zonder té lang erg nat te zijn. Aan natte voeten heeft de monnikskap een hekel want dan kunnen de wortelknollen gaan rotten.
Monnikskap wordt vaak gebruikt in een border die in de halfschaduw staat, ze zullen dan zorgen voor een mooie aar met opvallend gevormde bloemen aan het einde van het tuinseizoen. De warme kleuren, stevige stengels en late bloei in het tuinseizoen maken de monnikskap een populaire tuinplant.