Lepelboom (Kalmia)
Ontwikkeling
De groei van Kalmia is traag, resulterend in een compacte, bolvormige struik. De omvang van de lepelboom kan uiteenlopen van laaggroeiende bodembedekkers tot enkele meters hoge struiken.
Standplaats
De lepelboom gedijt het best op een plek waar hij van zon tot lichte schaduw kan genieten, bij voorkeur op een koel en beschut plaatsje. De Kalmia prefereert een zure, vocht doorlatende en rijke bodem en is niet geschikt voor zware of kalkhoudende grondsoorten.
Groei
Kalmia presenteert zich met een dichte groeivorm, soms gekenmerkt door een gelaagde opbouw. Het blad is diepgroen en leerachtig, en blijft bij vele variëteiten het hele jaar door aan de struik.
Bloei
De bloei van Kalmia in laat voorjaar tot vroege zomer is opzienbarend. De bloesems van de lepelboom, variërend van wit tot roze en zelfs dieprood, tonen een opvallende schotelvorm die een verscheidenheid aan bestuivers aantrekt.
Bessen
Na de bloeiperiode produceert de Kalmia soms discrete vruchten die vooral ecologisch waardevol zijn voor lokale dieren en minder voor de sierwaarde van het lepelboompje.
Verzorging
Eenmaal gevestigd, is Kalmia tolerant voor droogte, maar kan extra water vereisen tijdens langdurige droogte. Bescherming tegen intense middagzon en het aanbrengen van mulch rondom de wortelzone wordt geadviseerd voor optimale groei. Kalmia is zeer winterhard en kan temperaturen tot -30ËšC doorstaan.
Snoei
Snoeien is meestal onnodig, maar kan helpen om de Kalmia in vorm te houden of om na de bloei beschadigde takken te verwijderen.
Conclusie
Samengevat biedt de Kalmia langdurige schoonheid met minimale zorg, wat het een ideale keuze maakt voor tuiniers die streven naar een luxueuze uitstraling in hun winterse tuin.